Deze week was er heel wat te doen rond psychische problemen bij kersverse moeders. Maar liefst één op de vijf vrouwen heeft psychische problemen tijdens de zwangerschap of na de bevalling. Toch vinden weinigen de weg naar de juiste hulpverlening. Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V) kwam daarom met een richtlijn om moeders beter te screenen. Het Gentse Netwerk voor Perinatale Mentale Gezondheid, dat meewerkte aan het screeningsprotocol, lanceerde de website wolkinmijnhoofd.be en Kind en Gezin zal vanaf volgend jaar zes maanden na de bevalling peilen naar depressieve gevoelens of angsten.

zij-kant juicht deze initiatieven natuurlijk toe. Alles wat helpt om de zwarte wolk te verjagen en moeders beter te ondersteunen, is meer dan welkom. Net zoals het (weliswaar betalend) systeem van kraamhulp en de (weliswaar zeer tijdelijke) opvolging door vroedvrouwen essentieel is om nieuwbakken moeders door de jungle van de kraamtijd te loodsen. Vreemd is wel dat één – nochtans zeer voor de hand liggend – onderdeel van ondersteuning totaal over het hoofd wordt gezien: de rol van de partner. En die is nu net cruciaal. Volgens een peiling is de eerste steun en toeverlaat bij pas bevallen moeders met de babyblues de partner (dit is het geval voor 94% van de 1.334 bevraagde vrouwen). Uitgerekend die persoon moet na tien dagen alweer het huis uit, want dan is het geboorteverlof opgebruikt. It takes a village to raise a child, maar onze samenleving krijgt niet eens de mede-ouder aan het kraambed. En zo staat een moeder er in volle babyblues – tja – moederziel alleen voor.  Het ideale recept voor nog meer slaaptekort, twijfels, angsten, eenzaamheid, stress en dus in sommige gevallen ook depressieve gevoelens. Over een traditioneel rollenpatroon dat op deze manier in een relatie kruipt – moeder zorgt en regelt, vader brengt brood op de plank – hebben we het een andere keer.

Ook voor vaders is dit korte geboorteverlof zelden een gedroomd scenario. Maar ook al willen ze – bijvoorbeeld via ouderschapsverlof of gewoon verlof – langer thuisblijven, is hun werkgever hier lang niet altijd mee akkoord. Anders dan moeders wordt immers van vaders verwacht dat ze direct terug operationeel zijn, een geboorte is eerder een heuglijke bijzaak. En als die bijzaak in een drukke periode valt, zijn tien dagen het hoogst haalbare goed. En dan nog. Uit cijfers van het RIZIV, de FOD Sociale Zekerheid en de RVA blijkt dat één op de zeven van de vaders zelfs dit geboorteverlof niet opneemt. Bijna de helft hiervan verwijst daarbij naar de druk van de werkgever of naar de bedrijfscultuur. Ook financiële redenen spelen mee, want enkel de eerste drie dagen worden doorbetaald, de overige zeven dagen betaalt het RIZIV 82% van het geplafonneerd brutoloon. Zelfstandige vaders krijgen sinds kort 80,82 euro per verlofdag.

zij-kant pleit daarom voor een uitbreiding van het geboorteverlof van tien naar twintig dagen, en dat zonder loonverlies. De opname van dit verlof willen we ook verplichten, waardoor het voor vaders en meeouders makkelijker wordt om te weerstaan aan de druk van de werkgever. Dat ligt ook in de lijn met wat ouders zelf vinden: volgens een bevraging van de Gezinsbond (2016) bij 6.000 ouders is iets meer dan drie vierde van de moeders en iets minder dan drie vierde van de partners voorstander van een gehele of gedeeltelijke verplichting van het geboorteverlof.

En uiteraard hopen we dat er nog véél meer informerende en taboedoorbrekende initiatieven komen rond psychische problemen tijdens en na de zwangerschap, en dat de ondersteuning van jonge ouders steeds professioneler wordt uitgerold. Maar voorkomen is nog steeds beter dan genezen.

Charis’ partner bleef twee maanden thuis na de geboorte van hun zoontje, waardoor er na een traumatische start toch een roze wolk verscheen

Bijna vier jaar geleden werd ik mama van Bastiaan. Een prachtig kereltje met tien vingers en tien tenen. Ik kon niet blijer zijn. De periode voor de zwangerschap was niet gemakkelijk. Een fertiliteitsbehandeling hielp uiteindelijk onze kinderwens vervullen. De twijfels, het verdriet, de teleurstelling maakten al snel plaats voor een heerlijke negen maanden met bolle buik. 

Maar gaande weg werden we in onze nabije omgeving ook geconfronteerd met zwangerschappen die niet zo evident waren, met bevallingen die zwaarder waren dan het beklimmen van de Mount Everest, met periodes van diepe twijfel eens die baby’s geboren waren. Er zat een hoop onzekerheid en ongerustheid in onze hoofden, maar gelukkig kon ik er met mijn lief over praten en waren we er voor elkaar als iets de kop op stak.

Eind augustus 2015. Het kleine mannetje maakte geen aanstalten om geboren te worden, dus er werd beslist alles in te leiden en dat is werkelijk een van de meest traumatische gebeurtenissen in mijn leven geweest. Mijn lichaam reageerde niet al te snel op de medicatie, na bijna 18 uur in het ziekenhuis werd ik dan toch naar het verloskwartier gereden. Om een bloederig verhaal kort te maken, er viel geen tijd meer te verliezen en ze hebben het kereltje uit me getrokken. Trauma voor mijn binnenkant, trauma voor mijn klein kereltje. Ik werd een tijdje later wakker en besefte dat ik mama was. Ik dacht: we zijn vertrokken!

Ik verbleef in totaal vier nachten in het ziekenhuis waarvan ik geen enkele nacht heb geslapen. Ik zag letterlijk zwart aan de binnenkant en voelde me een vod. Mijn kleine kereltje wilde niet eten. In die vier dagen zag ik meer dan twaalf verschillende verpleegsters met allemaal een andere aanpak en allemaal een andere portie geduld, ik kreeg een agressieve lactatiedeskundige aan mijn bed die mijn pasgeboren zoon met zijn hoofd bijna in mijn borst duwde, ik kreeg een kinesist, een pediater, een gynaecoloog, een sociaal werkster en een psycholoog. Want ja, ik stopte niet met huilen. Al deze mensen wilden helpen, maar begrepen niet waar het eigenlijk echt om ging. Ik was moe, ik wou thuis zijn, met mijn liefste kereltje, bij mijn lief, mijn familie, mijn vrienden.

Bastiaan bleef uiteindelijk nog wat langer in het ziekenhuis. Een valse start, zo noem ik het. Maar toen  we met z’n drieën eindelijk thuis waren, daalde de rust over ons neer. Vanaf dat moment geen tranen meer. Mijn lief bleef twee maanden thuis, bij ons, dankzij gepuzzel met verlof. Ik stopte met borstvoeding zodat we ‘s nachts allebei de zorg op ons konden nemen, we vonden alle drie rust op momenten dat het nodig was. Het waren de mooiste maanden uit mijn leven.

Ik wil elk initiatief steunen dat moeders helpt hun angsten en onzekerheden te overwinnen, ze bij te staan in moeilijke periodes. Maar ik geloof dat aan de basis van veel onzekerheid en angst bij jonge ouders een maatschappelijk probleem zit waar weinigen de ballen voor hebben iets aan  te veranderen. Want dit is eigenlijk de realiteit: na 10 dagen (periode in het ziekenhuis incluis) sta je er grootste deel van de dag als mama alleen voor met je kleintje. Zowel voor de slechte als voor de goeie momenten. Na 10 dagen moeten papa’s of meemama’s hun partner en kleintje thuis laten om terug te keren naar de orde van de dag. Wordt het geen tijd dat naast goed bedoelde initiatieven, er fundamenteel iets verandert voor jonge ouders? Dat je samen met je gezin de tijd kan nemen om aan elkaar en de wereld te wennen?

Na bijna 4 jaar terug proberen voor kleintje 2, startten we terug met een fertiliteitsbehandeling. We kijken uit naar nieuw leven. Misschien zijn we al iets minder onzeker omdat ons kleine kereltje over enkele dagen 4 jaar wordt, omdat we op een aantal vragen antwoorden kregen. Maar dat we gaan puzzelen om samen die eerste maanden terug door te brengen door verlof op te sparen en minder te gaan werken, dat staat vast. Dat is wat rust geeft, en dat is waar jonge ouders nood aan hebben in die eerste weken met een kleintje erbij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.