Het rapport van UN WOMEN toont aan dat slechts 14 procent van de verkrachtingszaken in Europa uitmondt in een veroordeling. België scoort nog slechter dan het Europese gemiddelde. Amper 4 procent van de verkrachtingszaken krijgt een juridisch staartje. Bea Van Der Gucht (en andere artsen) van het Gentse Aidsreferentiecentrum uit haar misnoegen hierover in een open brief aan minister Turtelboom. Ze haalt zwaar uit naar de laksheid waarmee politie en gerecht slachtoffers van verkrachting behandelen. Vele daders, zelfs wanneer ze opgepakt worden en bekend hebben, zouden snel weer vrij rondlopen. Bovendien moeten de slachtoffers een intiem lichamelijk onderzoek ondergaan en zware en dure medicatie (1.000 euro per persoon) slikken om een mogelijke hiv-infectie te voorkomen. Nota bene omdat de daders doorgaans weigeren zich te laten testen op hiv en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.

Amper twee dagen later vraagt ook Fientje Moerman in een opiniebijdrage aan partijgenote en bevoegd minister Turtelboom om haar positief injunctierecht te gebruiken om daders van verkrachting effectief te vervolgen. Hierop komt een verontwaardigde reactie van de Gentse Procureur des Konings Johan Sabbe. Hij weerlegt de aantijgingen en stelt dat zijn magistraten wel al hun energie stoppen in het oplossen van verkrachtingszaken. “Verkrachtingsdossiers behoren tot de topprioriteit van elk parket”. De Gentse magistraten, waaronder 70 procent vrouwen, weten maar al te goed welke impact een verkrachting heeft, waarom zouden zij dan geen gehoor geven aan deze zaken, argumenteert Sabbe.

Of een dossier nu bij een vrouwelijke of een mannelijke magistraat terecht komt, iedere verkrachtingszaak moet een gevolg krijgen en op een objectieve wijze behandeld worden, vindt zij-kant. Waarom worden dan zo weinig verkrachtingen en aanrandingen aangegeven? En wanneer ze aangeven worden, waarom wordt er dan nog zo weinig gevolg aan gegeven?

Een goed instrument om bewijsmateriaal te verzamelen zijn de Seksuele Agressie sets (SAS). Deze sets worden gebruikt om DNA materiaal te verzamelen en linken met onopgeloste verkrachtingszaken te leggen. Helaas wordt dit DNA in veel gevallen niet correct opgeslagen, nooit geanalyseerd of vergeleken. Waarom? Louter om budgettaire redenen. Daar komt nog bij dat verkrachtingen vaak plaats vinden bij afwezigheid van getuigen, wat logisch is, en zonder veel materiële bewijzen, waardoor men in een woord tegen woord verhaal terecht komt. Wanneer dit het geval is valt men terug op de overtuiging van de rechter, in wiens handen de beslissing ligt om het dossier op te volgen of te seponeren. Vandaag blijkt dat de helft van de zaken geseponeerd wordt, onder meer omwille van hun technische aard (bv. onvoldoende bewijzen) of bv. de jeugdige leeftijd van de dader.

Elke aanklacht moet ernstig worden genomen en onderzocht, vindt zij-kant. In die zin is de oprichting van een werkgroep seksueel geweld in het kader van het Nationaal Actieplan een stap in de goede richting. Maar we zijn er nog niet. Slachtoffers worden nog al te vaak van her (het ziekenhuis) naar der (het politiekantoor) gestuurd waardoor de drempelvrees en motivatie om een misdrijf aan te geven vergroot. Het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) bepleit de oprichting van gespecialiseerde traumacentra voor opvang en begeleiding van slachtoffers in elk van de centrumsteden, een voorstel dat zeker het onderzoeken waard is.

Ieder slachtoffer van verkrachting moet de nodige juridische, medische en psychologische steun en begeleiding krijgen. Ook daderbegeleiding is noodzakelijk. De hulpverlening moet efficiënt worden georganiseerd zodat de drempel om een misdrijf aan te geven sterk verlaagt.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.