“Niet zozeer het aantal uren die vrouwen aan hun werk moeten besteden zorgt ervoor dat ze hun baan niet met hun gezin combineren”, zegt sociologe Ilse Laurijssen (VUB) in De Morgen (30/8). Uit haar recente onderzoek, uitgevoerd bij 809 Vlaamse vrouwen, blijkt  dat vrouwen niet op de eerste plaats kiezen voor een deeltijdse baan om meer tijd met hun gezin door te brengen. Vooral het soort werk dat vrouwen uitoefenen blijkt doorslaggevend is in hun keuze om deeltijds aan de slag te gaan. “Vrouwen die routinematig werken, weinig uitgedaagd worden of weinig creatief kunnen zijn in hun baan ervaren hun werk als belastend. Daardoor zijn ze minder gemotiveerd om te proberen hun werk en hun gezin te combineren. Iets wat een vrouw die meer uren werkt, maar een uitdagende functie heeft, misschien wel wil,” stelt Laurijssen verder in het interview.

Ondanks het feit dat meisjes betere schoolprestaties kunnen voorleggen dan jongens, blijkt dat zij later op de arbeidsmarkt meer in routinefuncties terecht komen dan mannen. Ook dit aspect maakt de ‘keuze’ voor deeltijds werk voor vrouwen sneller voor de hand ligt.  Het hebben van kinderen is dan een extra argument om deeltijds te gaan werken.

In de wetenschap dat van alle loontrekkende vrouwen maar liefst 44% deeltijds werkt, tegenover slechts 9% van de mannen, is er nog een lange weg te gaan.