Religies zijn geobsedeerd door mijn vagina, meent de Egyptisch-Britse journaliste Mona Eltahawy. En daar wil ze verandering in brengen. In haar onlangs verschenen boek Hoofddoek en Maagdenvlies pleit de activiste voor een seksuele revolutie in het Midden-Oosten.

Zelf zegt de even beroemde als beruchte journaliste dat ze door trauma’s in het feminisme werd geduwd. Alles begon meer dan dertig jaar geleden, toen Mona als 15-jarige met haar ouders verhuisde van Engeland naar Saudi-Arabië. Ze zag hoe het religieuze fanatisme in de oliestaat vrouwen monddood maakte en hoe haar moeder plots afhankelijk werd van haar vader. Zelf droeg ze reeds een hoofddoek toen ze besloot om feministe te worden. De sluier afwerpen was een eerste stap.

Waarom haten ze ons?

Momenteel woont Mona afwisselend in New York en in Caïro. Drie jaar geleden haalde ze de internationale schijnwerpers met een artikel in het Amerikaanse nieuwstijdschrift Foreign Policy. “Waarom haten ze ons?”, vraagt ze zich daarin af. Doorheen het artikel klinkt haar woede. Ze roept vrouwen op om van zich te laten horen. “We zijn meer dan hoofddoeken en maagdenvliezen.”

Volgens de activiste veranderen de revoluties in de Arabische wereld immers niets voor de helft van de bevolking – de vrouwen – zolang er geen revolutie plaatsvindt op straat en in de slaapkamers. Een volledig politiek en economisch systeem behandelt vrouwen als dieren, aldus Mona. De revolutionaire woede moet zich daarom niet enkel keren tegen die ene tiran in zijn presidentieel paleis, maar tegen alle onderdrukkers: voorbijgangers, militairen, vaders, echtgenoten en broers.

Met goede bedoelingen

Aan materiaal om haar aanklacht te staven geen gebrek. Mona werkte jarenlang als correspondente – o.a. voor Reuters – in de Arabische wereld. Ze zag dat in Egypte 90 procent van de vrouwen die ooit trouwden – onder wie haar eigen moeder – genitaal verminkt zijn in de naam van kuisheid, maar dat mannen hun lusten mogen botvieren. Dat doen ze zo ongeremd dat in Caïro een metrowagon gereserveerd is voor vrouwen, omdat mannen hun handen niet kunnen thuishouden.

Mona hoorde dat Egyptische vrouwen onderworpen worden aan vernederende maagdelijkheidstests. Dat een man zijn echtgenote mag slaan als het ‘met goede bedoelingen’ gebeurt. Ze weet dat in Jemen 12-jarige uitgehuwelijkte meisjes sterven in barensnood, dat Saoedi-Arabische vrouwen niet mogen autorijden op straffe van zweepslagen en dat verkrachtingsslachtoffers er naar de gevangenis moeten omdat ze alleen in een auto stapten.

Sekhmet

Maar ze mocht ook zelf de misogynie ondervinden toen ze vanuit Caïro berichtte over de protesten tegen Moebarak in 2011. Op het Tahrirplein werd ze reeds lastiggevallen. Nadien kreeg de oproerpolitie haar te pakken: ze braken haar beide armen, randden haar aan en hielden haar twaalf uur lang vast. Op Mona’s armen prijkt nu een tatoeage van Sekhmet, een oude Egyptische godin van seks en wraak. Het maakte haar enkel kwader en sterkte haar in de overtuiging: de revolutie is nog niet eens begonnen.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.