Dit jaar gaat de Davidsfonds Geschiedenisprijs naar Sophie De Schaepdrijver, internationaal gerenommeerde historica en WOI-expert. Een meisje van hier, een monument van emancipatie.

Sophie De Schaepdrijver (54) kijkt naar het verleden. Volgens interviews heeft ze na dertig jaar in het buitenland nog steeds heimwee naar Brussel. En ze heeft zich lang afgevraagd of de vroege dood van haar vader haar naar het vak van de geschiedenis heeft geleid. “Voor een historicus is namelijk niemand dood”, aldus zijzelf.

Of ligt de kiem van Sophies carrière bij haar moeder, die als jonge weduwe verrast reageerde toen mensen erop wezen dat ze geluk had met een meisje als oudste kind. Een hulp in het huishouden? Laat haar maar boeken lezen, vond de moeder. En kijk. Bijna vijftig jaar later is haar oudste dochter, geboren in Kortrijk, een veelbekroonde historica en een autoriteit op het vlak van de Eerste Wereldoorlog.  Ze doceerde in Nederland en aan de meest prestigieuze universiteiten van Amerika. Vandaag geeft ze moderne Europese geschiedenis aan de Pennsylvania State University.

Oorlog bij de mensen

In de doorsnee Vlaamse huiskamers deed de naam Sophie De Schaepdrijver pas in 2014 een belletje rinkelen. Het WOI-herdenkingsjaar  was ook een beetje haar jaar. De Groote Oorlog – haar boek uit 1997 geldt nog steeds het standaardwerk over de Eerste Wereldoorlog – werd heruitgegeven. De historica werd co-auteur en presentator van de documentaire Brave little Belgium op Canvas en was verantwoordelijk voor het historische luik van de tentoonstelling ‘14-18 Oorlog in beeld|Brugge in oorlog’.  Koning Filip benoemde haar tot Commandeur in de Kroonorde. En in maart kreeg ze de Davidsfonds Geschiedenisprijs omdat ze de Eerste Wereldoorlog vorig jaar naar de mensen bracht. Voor de eerste keer werd de prijs uitgereikt aan een vrouw.

Diepte en nuance

Sophie De Schaepdrijver mag dan fel bejubeld zijn, net als haar moeder laat ze haar mening niet vormen door de stem van de massa. De historica zoekt diepte en nuance, tegen de herdenkingsindustrie en gangbare denkbeelden in. Zo is ze niet helemaal akkoord met de ‘Nooit meer oorlog’-slogan, en laat ze zich niet voor de kar spannen van deze of gene beweging.

Meisje van niks

In haar laatste boek gaat ze op zoek naar de rol van gender, klasse en heroïsme in de Eerste Wereldoorlog. Ze vertelt het verhaal van Gabrielle Petit, een spionne uit de Eerste Wereldoorlog die door de Duitsers werd gefusilleerd. Nadien kreeg Petit een standbeeld in Brussel en werd ze opgevoerd als nationale heldin en symbool van patriottisme. Sommigen zagen haar dan weer als een symbool van seksegebonden slachtofferschap. Volgens Sophie De Schaepdrijver was deze jonge vrouw vooral een meisje van niks en van nergens dat streef naar waardigheid, “een monument van emancipatie”.

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.