©Lynn Delbeecke

Wanneer het gaat over The Feminist City of gendersensitieve stadsplanning, dan zijn er een aantal internationale namen die vaak opduiken. Zeg een Leslie Kern, zeg een Eva Kail. Maar ook hier in België hebben we onze eigen voorvechters van de gendersensitieve stad. Voor dit artikel spraken wij met professor Els De Vos.

Tijdens haar studie burgerlijk-ingenieur architectuur aan de Universiteit van Gent ondervond Els De Vos zelf genderbarrières. In het eerste jaar vielen bijna al haar vriendinnen af, en pas in het derde jaar van haar studie hoorde ze voor het eerst over vrouwelijke architecten. Bovendien was er geen enkele vrouwelijke prof die kon dienen als rolmodel. Els De Vos: “En dan denk je toch, wat is dat nu, met al die mannen?” Tot dat moment had ze nog weinig gehoord over het thema gender in de opleiding. Maar voor haar thesis begon ze zich er zelf in te verdiepen en ontdekte ze dat er internationaal een heel debat was.

Als je de genderproblematiek eenmaal ziet, kan je er niet naast kijken. Zo was dat ook voor Els De Vos. Tijdens een master stedenbouw in Leuven besloot ze zich verder te verdiepen in gender en planning. Voor haar onderzoek vergeleek ze drie verschillende parken in Gent: het Koning Albertpark, het Kromme Waterpark en het Citadelpark. De parken verschillen veel in uiterlijk en voorzieningen, maar ook zeker in publiek. Dus vroeg ze zich af: “Hoe zit dat nu? Welke elementen bepalen of de plek vrouwvriendelijk is of niet?”

Volgens Els De Vos is het Citadelpark een goed voorbeeld van een vrouwonvriendelijk park. Vrouwen of ouderen die er rondliepen, gaven allemaal aan voor het donker weg te zijn. “Er zijn veel verborgen hoekjes, en ook de geschiedenis van de militaire vestiging bepaalt nog steeds het gebruik van het park” Ze vervolgt: “Het zijn geen kazematten meer, maar doordat het park afgesloten is van de rest van de stad en hoger ligt, zie je nog altijd dat het oninneemmbaar en onveilig aanvoelt en nog altijd functies van vooral mannen faciliteert.” Ze voegt er wel aan toe dat de zaken in dit park zijn verbeterd, al is het nog ver van aangenaam.

Sociale ogen

En wat zijn dan de vrouwvriendelijke kenmerken? Allereerst zijn Jane Jacob’s ‘Eyes on the street’, ofwel sociale ogen, volgens De Vos een belangrijke voorwaarde om een gevoel van veiligheid te creëren. Sociale ogen kunnen verschillende vormen aannemen. Woningen met ramen die uitkijken op het park zijn een voorbeeld. Maar ook een smalle vorm van een park, waardoor er als het ware doorheen kan worden gekeken. Bovendien kan een mengeling van functies aan de sociale controle bijdragen. Woningen plaatsen boven winkels of kantoorpanden bijvoorbeeld, zodat bepaalde wijken ‘s avonds niet in spookgebieden transformeren. “Allemaal kantoren die ‘s avonds verlaten zijn, dat is een recept voor onveiligheid.” Een ander recept voor (het gevoel van) onveiligheid, is de afwezigheid van licht: “Er moet voldoende verlichting zijn. En zeker nu is dit een aandachtspunt. Door de energiebesparingen gaan in veel steden de lichten uit om middernacht.” Voldoende licht is een voor de hand liggende voorwaarde, die altijd evident zou moeten zijn.

Vrouwen van vlees en bloed

Ook kunst kan op verschillende manieren bijdragen aan een vrouwvriendelijke plek. Els De Vos noemt het voorbeeld van metrostation Madou in Brussel, waar een verdiepingshoog portret is gemaakt van vier bewoonsters uit de buurt. “Het feit dat het gezicht van vrouwen de ruimte inneemt, creëert een ander gevoel. In de publieke ruimte zie je vaak enkel objectiveringen van vrouwen, bijvoorbeeld naakte lichamen. Dat is iets heel anders dan een vrouwengezicht dat toekijkt. Dus is de aanwezigheid en de representatie van vrouwen een heel belangrijke manier om de ruimte toe te eigenen en vrouwen een signaal te geven dat ze welkom zijn.” Deze vrouwen moeten volgens De Vos wel vrouwen van vlees en bloed zijn. “Als er al vrouwen worden afgebeeld,  dan zijn het veelal godische of symbolische figuren, zoals de maagd van Gent of Vrouwe Justitia.” Terwijl de afgebeelde mannen, denk aan de standbeelden van Koning Albert of Jacob Van Artevelde, wezenlijke historische figuren zijn. Nieuwe straatnamen zoals het Miriam Makebaplein in Gent – een ode aan de Zuid-Afrikaanse zangeres die opkwam tegen de apartheid – proberen het tij te doen keren.

Inclusie is een illusie

Hoewel we graag geloven in een utopische feministische stad waar iedereen zich overal thuisvoelt, geeft De Vos aan dat elke plek voor iedereen inclusief maken een illusie is. “Je stuit altijd op grenzen en er zijn altijd tegengestelde noden. Niet alle plekken kunnen inclusief zijn, maar je moet er wel zorgen dat er doorgangen zijn, zodanig dat de vrijheid van de verschillende groepen niet belemmerd wordt.” Juist daarom is diversificatie van ruimten een sleutelwoord. “Als je één open veld voorziet, dan zullen jongens dat terrein innemen om te voetballen of te basketten.”

Els De Vos merkte dat de vrouwen die ze voor haar onderzoek interviewde vaak de neiging hadden om zich te verantwoorden voor hun aanwezigheid in de publieke ruimte, met zinnen als: “We letten op onze kinderen, daarom zijn we hier.” Mannen daarentegen hingen gewoon rond zonder reden, of om anderen te ontmoeten. “Er heerst een gevoel dat we ons moeten verantwoorden waarom we in de publieke ruimte aanwezig zijn. En dat zegt wel iets over het feit dat vrouwen hun plek niet durven in te nemen. Daar kan je door het opdelen van de ruimte en diversifiëring een einde aan maken, door bijvoorbeeld een park op te delen in open plekken, maar ook zitbanken, planten en reliëf te voorzien. Zo kunnen meer groepen tegelijkertijd de ruimte innemen. En dan heb je veel meer kans dat het aandeel vrouwen stijgt.” Deze diversificatie, voegt De Vos nog toe, kan in een plein of park gebeuren, maar ook via het aanbod parken en pleinen in een stad.

We eindigen graag met een positieve noot. Twee decennia geleden verdiepte Els De Vos zich als relatieve einzelgänger in het thema van gender en stadsplanning, maar nu is de publieke interesse sterk toegenomen. En dit merkt De Vos aan de vele persoonlijke uitnodigingen voor gesprekken en lezingen, maar ook aan de inspanningen van steden, de Nationale Architecten Vereniging én de architectuuropleidingen. Het veld is in beweging.

English abstract: Els De Vos: “Inclusion is an illusion

This interview with Els De Vos highlights the importance of gender-sensitive urban planning and discusses her research on creating more inclusive and female-friendly public spaces. Els De Vos, a professor and architect, experienced gender barriers during her studies and became interested in the topic of gender in architecture and planning. For her thesis, she conducted research comparing different parks in Ghent and found that the design and features of a park can influence its inclusivity and safety for women. For example, the Citadelpark was deemed unfriendly for women due to its layout and historical associations.

Els De Vos emphasizes the significance of ‘eyes on the street’ and social surveillance in creating a sense of safety in public spaces, as well as the importance of adequate lighting. She also discusses the role of art in promoting gender inclusivity and representation in public spaces.

De Vos acknowledges the challenges of achieving complete inclusivity but highlights the importance of diversifying spaces and allowing different groups to occupy them simultaneously. The interview concludes on a positive note, noting the increasing interest and efforts in gender-sensitive urban planning within cities, architectural associations, and educational institutions.

Résumé en français : Els De Vos: “L’inclusion est une illusion

Cet entretien avec Els De Vos souligne l’importance d’un urbanisme sensible au genre et aborde ses recherches sur la création d’espaces publics plus inclusifs et plus conviviaux pour les femmes. Els De Vos, professeur et architecte, a été confrontée à des obstacles liés au genre pendant ses études et s’est intéressée à la question du genre dans l’architecture et l’urbanisme. Pour sa thèse, elle a mené des recherches comparant différents parcs de Gand et a découvert que la conception et les caractéristiques d’un parc peuvent influencer son caractère inclusif et sa sécurité pour les femmes. Par exemple, le Citadelpark a été jugé peu accueillant pour les femmes en raison de sa disposition et de ses associations historiques.

Els De Vos souligne l’importance des ‘yeux dans la rue’ et de la surveillance sociale pour créer un sentiment de sécurité dans les espaces publics, ainsi que l’importance d’un éclairage adéquat. Elle évoque également le rôle de l’art dans la promotion de l’intégration et de la représentation des genres dans les espaces publics.

Mme De Vos reconnaît qu’il est difficile de parvenir à une inclusion totale, mais elle souligne l’importance de diversifier les espaces et de permettre à différents groupes de les occuper simultanément. L’entretien s’achève sur une note positive, soulignant l’intérêt et les efforts croissants des villes, des associations d’architectes et des établissements d’enseignement en matière d’urbanisme sensible au genre.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.