Het gaat niet goed met de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in België. Volgens het rapport van het World Economic Forum is de gender gap toegenomen. Daarmee tuimelt België naar de 33ste plaats, vijf plaatsen lager dan in 2008 en 14 plaatsen lager dan in 2007.

Doen we het dan echt zo slecht in België? En zelfs slechter dan Zuid-Afrika, Lesotho of Mongolië? Nee, natuurlijk niet. Het antwoord is genuanceerd.

Eén van de belangrijkste indicatoren uit het rapport is de loonkloof. Dank zij de uitstekende officiële rapporten die het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen nu al enkele jaren uitbrengt, weten we precies hoe groot die loonkloof in België is. Dankzij Equal Pay Day, de dag voor gelijk loon, voeren zij-kant, de progressieve vrouwenbeweging, en ABVV elk jaar opvallende campagnes om de loonkloof zichtbaar te maken. Het bestaan van de loonkloof is bij ons dus duidelijk bekend. Dat weegt ook door in de enquêtes die het World Economic Forum houdt. Deze gedocumenteerde loonkloof maakt dat België voor het criterium ‘gelijkheid van economische participatie en kansen’ strandt op de 87ste plaats. Ook het feit dat veel Belgische vrouwen deeltijds werken, weegt door in de statistieken. Acties zoals Equal Pay Day blijven dus belangrijk, maar baten niet zolang de overheid niet optreedt om de aangetoonde loonkloof te verkleinen en weg te werken.

Het blijft natuurlijk een beetje Kafka: hoe meer aandacht een land besteedt aan de loonkloof, hoe beter de kwaliteit van studies en statistieken, hoe lager je als land in de ranking zakt.

Tegelijk ontslaat de goede documentatie de regering niet van de plicht om de loonkloof nu eindelijk effectief aan te pakken in België. Het wetsvoorstel naar Zweeds voorbeeld over de ‘gelijkstellingswet’ is al jaren hangende in het parlement. Als dit voorstel wet zou worden kan er eindelijk werk worden gemaakt van loontransparantie. Scandinavië is – zo blijkt nu –  toonaangevend in de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Is de regelgeving die daar al jaar en dag bestaat soms niet goed genoeg voor België?

De andere deelindexen waarop het rapport van het World Economic Forum de gelijkheid tussen vrouwen en mannen afmeet zijn opleiding, gezondheid en overlevingskansen, en politieke macht van vrouwen.

Wat die politieke macht betreft behaalt België de 29ste plaats, een beter resultaat dan haar algemene gemiddelde. Het aantal vrouwelijke parlementsleden (35 procent) is goed voor een 13de plaats in de ranglijst van de 134 landen. Maar België zakt naar beneden als het over de vrouwelijke ministers gaat en over vrouwelijke premiers.

Al bij al dus een genuanceerd verhaal, maar toch is het geen mooi plaatje dat het rapport van het WEF van België schetst. Ons land is het aan zichzelf verplicht om de kloof tussen de seksen te verkleinen, en om de goede praktijken van de landen die de ranking aanvoeren ook in België te implementeren. We hebben nog heel wat te leren van de Scandinavische landen die op de eerste plaatsen staan: Ijsland, Finland, Noorwegen en Zweden. Wij weten en zeggen dat al langer. Met cijfers,  voorbeelden en voorstellen. Waarop wacht de regering om de Noorse wet die verplicht dat er een minimum aantal vrouwen in raden van bestuur van bedrijven worden opgenomen, ook in België in te voeren? Toch niet op een nog lagere ranking?

Inga Verhaert, voorzitter zij-kant, gedeputeerde gelijke kansen provincie Antwerpen
Vera Claes, nationaal secretaris zij-kant, voorzitter van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Het Global Gender Gap Report kan je hier nalezen.

Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen schreef het persbericht "Global Gender Gap 2009: België gaat vooruit door de achteruitgang in de ranking!" naar aanleiding van het Global Gender Gap Report. Lees het hier.